Overslaan en naar de inhoud gaan

Ik panikeer in kleine ruimtes. Kan ik daar iets aan doen?

Iedereen is wel eens bang. Dat is heel normaal. Maar soms is een angst extreem. En heeft het een grote invloed op je leven. Als je extreem bang bent van 1 bepaald iets dan heb je te maken met een fobie. Vaak word je altijd maar angstiger.

Claustrofobie, vliegangst, hoogtevrees, extreme angst voor spinnen of voor de tandarts zijn fobieën die veel voorkomen.

Voel je je bang in kleine ruimtes? En heb je angst om vast te zitten of opgesloten te raken? Dan heb je claustrofobie. Het idee dat je niet weg kan, leidt tot paniek. Die angst kan zo verlammend zijn dat je dingen gaat vermijden: een lift, een toilet zonder ramen, een feestje waar veel mensen zijn of reizen met het vliegtuig.

Hoe ontstaat een fobie?

  • Een fobie kan een overdreven vorm zijn van je instinct. Opgesloten zitten kan je leven in gevaar brengen.
  • Een fobie kan ook ontstaan zijn door iets wat je hebt meegemaakt of omdat je ouders hun angsten hebben doorgegeven aan jou.
  • Een lange periode van stress kan ook angsten uitlokken.

Bekijk de video van Emma, die haar claustrofobie probeert te overwinnen

Tips om je claustrofobie te overwinnen

Als je angst voor kleine ruimtes meevalt, kan je zelf aan de slag:

  • Praat over je angst met vrienden of familie. Zo krijg je een goed beeld van je angst. Wanneer heb je claustrofobie? Wat voel je dan? Wat gebeurt er met je lichaam? Welke invloed heeft die angst op je leven? Als je er niet makkelijk over kan praten, schrijf het dan op.
  • Haal een zelfhulpboek over omgaan met claustrofobie in de bib.
  • Geef zo weinig mogelijk toe aan je angsten en ga angstaanjagende situaties niet uit de weg. Ga de confrontatie aan en besef dat paniek ook terug overgaat. Doe dat wel geleidelijk. Neem bijvoorbeeld eerst eens een ruime lift met iemand die je goed kent en vertrouwt. Probeer dan eens een kleinere lift te nemen. Push jezelf niet te hard. Te grote stappen kunnen je angst verergeren. Ga dus niet meteen aan speleologie doen
  • Bereid je mentaal voor op je reacties van je lichaam: trillen, hartkloppingen, zweten, hyperventileren. Als je er niet van wegloopt, verdwijnen ze na een tijdje vanzelf.
  • Denk aan positieve dingen in uitdagende situaties. Probeer je rustig te houden door diep adem te halen.
  • Vier elke kleine prestatie en blijf doorgaan!

Krijg je al stress wanneer je aan kleine ruimtes denkt?

Zoek snel hulp. Als je niets onderneemt, word je gewoon nog angstiger. Praat erover met je huisarts of zoek een gespecialiseerde therapeut. Die zoeken mee naar de beste therapie voor jou:

  • Gedragstherapie leert je om je lichamelijke reacties anders te begrijpen. Zo doorbreek je je angstcirkel.
  • Bij virtuele therapie krijg je een 3D-bril op en kan je je angst aanpakken met virtuele beelden voor je overstapt naar echte situaties.

Pas op: angstremmers en kalmeerpillen nemen het onderliggende probleem niet weg en zijn verslavend. Na een tijdje werken ze niet meer zo goed. En als je ermee stopt komen de angstsymptomen in alle hevigheid terug. Probeer die dus te vermijden.

Dit artikel vind je ook terug op WAT WAT.
Waar je heel veel andere info vindt op maat van jongeren.

Zoek op de site

Meer informatie